Therapeutische vaardigheden
De studenten moeten na 3 jaar aan de volgende therapeutische vaardigheden voldoen:
* Op cognitief, emotioneel en spiritueel niveau in interactie kunnen gaan met de cliënt;
* Het kunnen accepteren van de gevoelens, beleving en gedachten van de cliënt;
* Het kunnen tonen van congruent gedrag;
* Cliënten verbinding laten maken tussen geest- en lichaamsbewustzijn;
* Self-sense leren ontwikkelen en daardoor lichaamsgericht kunnen werken;
* Op verbaal en non-verbaal niveau aanwezig zijn en empathisch kunnen ondersteunen en luisteren;
* Leren om te gaan met Overdracht-tegenovedracht: leren omgaan met je eigen gevoelens en "complexen", in de therapie.
* Zelfkritisch vermogen hebben met betrekking tot de voortgang van het therapeutisch proces;
* Zelfkritisch vermogen hebben met betrekking tot therapeutische Overdracht-tegenoverdracht;
* Het kunnen constateren waar bepaalde complexen liggen;
* Het kunnen bepalen van het bewustzijnstype, de hoofd- en hulpfunctie en of er in aanleg sprake is van een introverte of extraverte bewustzijnsinstelling;
* Het kunnen begeleiden van actieve imaginatie en visualisatie;
* Het kunnen duiden en amplificeren van dromen en het begeleiden van associaties hierbij;
* Het kunnen duiden en amplificeren van tekeningen en het begeleiden van associaties hierbij;
* Het kunnen duiden en amplificeren van uitingen van het lichaamsbewustzijn van de cliënt in relatie tot de therapie;
* Het kunnen duiden en amplificeren van overige kunstuitingen van de cliënt in relatie tot de therapie;
* Begrip hebben van de analytische basisbegrippen van Jung;
* Het kunnen toepassen van de analytische begrippen van Jung in het therapeutisch proces.